WiFi

We hebben veel ervaring met WiFi en gewerkt met diverse leveranciers zoals Cisco, Aruba en Ruckus.

We hebben situaties gezien waarin het WiFi-verkeer werd afgebroken vanaf de WLAN-controllers in de datacenters, omdat daar de grote internetuitgangen waren. Anderzijds hebben we ook gezien dat het WiFi-verkeer direct werd afgebroken vanaf de Access Points (AP's) in verschillende kantoren, ook wel Flex mode genoemd. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren wanneer de internetuitgangen lokaal zijn of om andere redenen. Het hangt allemaal af van de gewenste verkeersstromen en het netwerkontwerp.

Over het algemeen zijn er drie veelvoorkomende typen SSID's:

1. Een SSID voor zakelijke laptops – Hierbij wordt 802.1x      EAP-clientcertificaat-authenticatie gebruikt naar AD- of ISE-servers,      waardoor toegang tot het volledige LAN wordt verleend.
2. Een SSID voor BYOD-apparaten van      medewerkers – Hier      wordt vaak L2 MAC-authenticatie toegepast, waarbij het verkeer is      gesegmenteerd van het LAN en via L2 VLAN's direct naar het internet wordt      geleid via proxies en firewalls.
3. Een SSID voor partners – Dit netwerk is volledig gescheiden      van het LAN en leidt het verkeer naar het internet via proxies en      firewalls. Authenticatie verloopt doorgaans via een captive webportaal,      waarbij tijdelijke inloggegevens worden verstrekt via een      authenticatiesysteem.

De werking van WiFi-connectiviteit verloopt als volgt: WiFi-clients verbinden met AP's via een bepaalde SSID en frequentie. Doorgaans maken clients verbinding met het dichtstbijzijnde AP dat het sterkste signaal biedt en het snelst reageert. Dit kan op 2,4 GHz of 5 GHz zijn, afhankelijk van de gebruikte 802.11x-standaarden (zoals a, b, g, n). Tegenwoordig wordt meestal 802.11n gebruikt, waarbij zowel 2,4 GHz als 5 GHz beschikbaar zijn, hoewel 5 GHz over het algemeen snellere prestaties biedt.

De AP's maken een CAPWAP-tunnel naar de WLAN-controller, waar het verkeer wordt toegewezen aan een VLAN en een IP-adres ontvangt via de WLAN-controller of een DHCP-server. Dit kan binnen hetzelfde VLAN of via een IP-helper en een ander VLAN gebeuren. Met FlexConnect-configuratie op de SSID kan het verkeer ook lokaal op de AP worden afgebroken op een specifiek VLAN.

Op de WLAN-controllers worden de authenticatieservers geconfigureerd, zoals RADIUS-servers, ISE-servers of Aruba ClearPass. Ook wordt de L2-beveiliging ingesteld, zoals WPA of WPA2. Daarnaast moeten de SSID's worden gekoppeld aan de juiste AP's.

Om WiFi-prestaties en connectiviteitsproblemen te verifiëren, hebben we vaak gebruik gemaakt van inSSIDer, een tool vergelijkbaar met Wireshark maar specifiek voor WiFi-signalen. Dit hielp bij klachten van klanten over slechte prestaties op bepaalde locaties. In omgevingen met een hoge dichtheid aan WiFi-clients en APs, zoals in het zakendistrict van Londen, zorgen de vele AP's en apparaten (zoals telefoons, tablets en laptops) voor interferentie. Dit kan leiden tot prestatieproblemen, evenals fysieke factoren zoals bepaalde materialen die Faraday-kooi-effecten veroorzaken. Met inSSIDer kan worden vastgesteld of een AP defect is, of er veel interferentie is, en of het signaal sterk genoeg is. Een goed signaal toont een stabiele lijn, terwijl veel interferentie wordt weergegeven als pieken, en defecte AP’s kunnen resulteren in abnormaal brede signaalbanden.

We hebben ook regelmatig WLAN RF-verificatierapporten en remodelingsrapporten van externe WiFi-specialisten geanalyseerd om de WiFi-infrastructuur te verbeteren. Deze rapporten bevatten aspecten zoals spectrum- en interferentieanalyse, signaalsterkte, signaaloverlap en aanbevolen acties ter optimalisatie.